27-01-2012, 10:00 PM
waf Wrote:Zo leg ut Wrote:Feyenoorders snappen wat echte clubliefde betekent. Allemaal. Stuk voor stuk. Het zit in je hart. Het zit in je bloed. Het maakt ons trots. Altijd. Eeuwig. Overal. Of het nou goed gaat of kut met peren. Wij houden van die club. Wij gaan ervoor door het vuur. De gemiddelde jood laat alleen wat van zich horen als het goed gaat. Want als het niet goed gaat zijn ze héél stilletjes. Dan horen ze er opeens niet meer bij. Want zo zijn ze in het algemeen. Als het even wat minder gaat zijn de lege plekken in de Arena niet te tellen. De Kuip zit daarentegen ââ¬Ëgewoonââ¬â¢ vol na een dramatische nederlaag. Omdat Feyenoorders juist dán willen laten zien dat ze achter de club staan. When the going gets tough, the tough get going.

Elke keer als ik zo'n jankverhaal van de zogenaamd hondstrouwe kakkerlakken lees, krijg ik kotsneigingen. Bij dit soort emotioneel gepiep is het soms goed om den kakkerlak eens met wat droge Joodse cijfertjes om de domme harses te slaan.
Voor de kakkerlak die kan lezen: zie onderstaand. Nu weer een paar jaar je bek houden over je lekkere kluppie. Ga maar weer het maasgebouw bestormen met je zogenaamde clubliefde.
:-& Jankers.
Geen uitslagen, alleen toeschouwersaantallen
Het Feyenoord-legioen blijkt helemaal niet zo trouw te zijn in het bezoeken van de Kuip. Sterker nog: er is een duidelijk patroon te zien in de ontwikkeling per jaar. Hoe eerder in het seizoen het aantal toeschouwers per wedstrijd daalde, hoe lager de Rotterdammers eindigden op de ranglijst. Als er heel laat in het seizoen een daling was, eindigde Feyenoord rond de derde plaats. En als tot aan het einde van het jaar de Kuip vol was, werd Feyenoord eerste of tweede. Maar wanneer vroeg in het seizoen de mensen thuis bleven, ging het sportief beroerd.
Nogmaals: ik noteerde alleen de bezoekersaantallen per wedstrijd en niet de uitslag hiervan. Zo kon ik dus niet weten hoe Feyenoord het sportief deed. Toch kon ik per jaar voorspellen waar de Rotterdammers als hoeveelste zouden eindigen. Als de Kuip altijd zou zijn uitverkocht, had ik dit patroon nooit kunnen zien. Hierbij beperk ik me overigens tot de jaren van het betaalde voetbal, vanaf 1956. Toen werd één landelijke professionele competitie ingevoerd.
Goed, in dat jaar waren er tot half mei altijd wel dertig- tot vijftigduizend mensen in de Kuip. Drie thuiswedstrijden voor het einde van het seizoen, 2 juni, waren er opeens nog maar 16.000 toeschouwers over voor het duel tegen FC Amsterdam. Feyenoord werd vijfde op de ranglijst.
Het volgende seizoen telde per wedstrijd 4.000 minder dan in de voorgaande editie en er waren op het laatst nog maar 12.000 plaatsen bezet. Toen werd de club slechts tiende.
Het eerste echt succesvolle seizoen voor Feyenoord was 1959-1960, toen de club tot op het laatst toe kans maakte op de titel. In dat jaar daalde het toeschouwersaantal dan ook bijna nooit tot onder de 30.000, met als klapper de topper tegen Ajax met 63.790 belangstellenden. Omdat het zo lang spannend bleef in de competitie, was de Kuip het hele jaar vol. Feyenoord eindigde als tweede met precies evenveel punten als Ajax, maar met een slechter doelsaldo.
Het volgende jaar werd Feyenoord voor de eerste keer sinds 1940 Nederlands kampioen, net zoals in 1962. Tot aan het einde toe trok de Kuip een duizelingwekkend hoog aantal toeschouwers en was er nergens in het seizoen een ''knak''. Iedereen wilde erbij zijn dat ''hun'' club weer de beste van het land was.
Het is nu niet de bedoeling alle seizoenen zo door te vlooien, jullie dood te gooien met cijfertjes, om tot vervelens toe het aantal toeschouwers te koppelen aan het resultaat. Wel is het nog leuk om het hoogtepunt en de dalen uit de clubgeschiedenis nader te bekijken.
De Gouden Eeuw van Feyenoord begon met het landskampioenschap in 1969 en de Wereldbeker het jaar later. In het jaar 1968-1969 keken per competitieduel meer mensen dan ooit daarvoor: een gemiddelde van 47.248. Hoge bezoekersaantallen van het begin tot het einde doen voor een buitenstaander vermoeden dat het een uitzinnig jaar moet zijn geweest in Rotterdam-Zuid.
In het volgende seizoen daalde het gemiddelde licht, maar de thuiswedstrijden voor de Europa Cup 1 maakten een hoop goed. Daarbij had Feyenoord ook nog eens het voordeel dat beide wedstrijden in de eerste ronde tegen K.R. Reykjavik in eigen huis werden gespeeld. Ruim twee en een half miljoen mensen in totaal passeerden in die twee jaren de toegangspoorten om de verrichtingen van de ploeg van Ernst Happel te volgen. Het zijn waanzinnige cijfers.Nog enkele superjaren volgden, met daarin een nationale titel en de UEFA-Cup van 1974. Toen sloeg het verval echter dramatisch toe, was de Gouden Eeuw voorbij. Het kwakkelde in Rotterdam-Zuid, in de Kuip. Waar tien jaar daarvoor ruim 40.000 mensen per keer kwamen kijken, waren dat er in 1977-1978 nog maar 18.783 - nog niet eens de helft!
De laatste drie thuiswedstrijden dat jaar waren een ramp: bij elkaar opgeteld 20.000 mensen, iets meer dan de helft van Feyenoord-Ajax dat seizoen. Nooit waren dat jaar veel mensen op komen dagen, dus er was zelfs geen sprake van de ''knak'' naar beneden. Feyenoord werd dat jaar slechts tiende... Als Willem van Hanegem niet met AZ''67 naar Rotterdam was gekomen, was het zelfs nog erger geweest.
In 1978 bleef de Kuip opvallend leeg, totdat Bob Dylan langskwam en 50.000 mensen trok. Het Polygoon Hollands Nieuws was erbij. Kijken!
Hoe zwaar de aanhangers in die dagen hebben geleden is te zien aan het opmerkelijk hoge bezoekersaantal toen AZ''67 op bezoek kwam. Op 13 maart 1977 zaten er plots ruim 25.000 mensen op de tribune om te kijken naar Willem van Hanegem, die sinds juni 1976 in dienst was van de ploeg uit Alkmaar. De drie thuiswedstrijden daarvoor trokken ieder op zich een kleine 20.000 mensen. De Feyenoord-supporters kwamen niet voor hun eigen ploeg, maar voor het bezoekende AZ''67! Hoezo volgt Het Legioen altijd trouw Feyenoord?
De nieuwe ploeg van Van Hanegem won met 0-2, maar De Kromme weigerde dit openlijk te vieren. Zijn ploeggenoten wilden hem op de schouders nemen om zo door de Kuip te lopen. Maar Van Hanegem ging op de grond liggen om de Feyenoord-supporters dit te besparen. Niemand beter dan deze super-Feyenoorder wist dat dit te hard zou aankomen in die donkere dagen.
Het volgende jaar waren er zelfs 46.833 toeschouwers bij Feyenoord-AZ''67. Nogmaals: kon Feyenoord een zwaardere motie van wantrouwen krijgen als Het Legioen afkomt op een speler van een andere ploeg?
Eind jaren zeventig ging het dus ernstig mis in de Kuip, maar in 1988 was de toestand ronduit kritiek. Op 19 april 1989 waren er 2.590 mensen - geen typfout: nog niet eens 3.000! - bij Feyenoord - Utrecht. De bezoekersaantallen in die jaren waren ronduit dramatisch en het leek bijna of de Kuip doodziek was. Sterker: het executievonnis leek al getekend te zijn.
Het Rotterdams Nieuwsblad maakte twee maanden daarvoor namelijk melding van de dreigende sloop van het Stadion. Net als in de Tweede Wereldoorlog dreigde de voetbaltempel te moeten verdwijnen, maar ook dit keer werd het voorkomen. Nog steeds staat de Kuip als het hart van de Feyenoorders in Rotterdam-Zuid, als een voetbalkerk die niet altijd even trouw werd bezocht door zijn aanhangers.
Rotterdamse gastvrijheid
Het mag nu dus duidelijk zijn geworden dat de Kuip niet altijd even trouw is bezocht door de Feyenoord-supporters. We weten dit nu dankzij Feyenoorders in hart en nieren: Bert en Ted Heesakker. Op zijn sterfdag, 26 april 1995, fluisterde Bert Heesakker me in dat ik in Amsterdam moest afstuderen op zijn geliefde club. Op de volgende sterfdag in deze familie, vorige week zaterdag, fluisterde zoon Ted Heesakker me in om dit artikel op het Weblog te plaatsten.
Tussen het eerste deel van deze serie en deze zin hebben vrienden en familie van Ted Heesakker afscheid van hem genomen met een uitvaart. Mijn gedachten waren daarom veel bij deze bijzondere Feyenoord-familie. Deze artikelenserie is ter nagedachtenis aan deze twee, omdat zonder hun ik dit nooit had kunnen schrijven. En omdat ik Ted Heesakker nog heb mee mogen maken en onder de indruk was van zijn Rotterdamse gastvrijheid.