27-11-2012, 12:34 PM
Verhaal Soderling:
Gek wordt hij er soms van. Even het gevoel hebben dat je op de weg terug bent, waarna het lichaam toch weer protesteert. Niettemin houdt Robin Söderling hoop ooit weer tegenover Roger Federer of Rafael Nadal te staan.
Het moment kon niet slechter. Als nummer vijf van de wereld met twintig ATP-finales (tien titels) op zak was de Zweed klaar voor een aanval op de roemruchte topvier. De hemelbestorming bleef echter uit.
Söderling ondervindt nu al schrikbarend lang de gevolgen van de ziekte van Pfeiffer. Begin juli 2011 speelde hij zijn laatste tenniswedstrijd, nota bene een gewonnen finale in zijn thuisland. Sindsdien kan de tweevoudig Roland Garros-finalist niet anders dan rusten en bidden voor genezing.
Hopeloos
Het woord 'hopeloos' kan de 28-jarige Söderling niet vaak genoeg opsommen. "Soms voel ik me zo goed en begin ik weer met trainen", vertelt hij in gesprek met televisiezender ESPN. "Dan denk ik dat ik binnen een aantal maanden mijn rentree te maken en geloof ik daar heilig in. Vervolgens doe ik iets te veel en voel ik me de volgende morgen niet lekker."
Vorig jaar op Wimbledon merkte Söderling de impact van zijn ziekte. "Ik moest elke ochtend overgeven en had koorts. Maar ja, het is Wimbledon en je wil spelen. En je hele loopbaan probeer je al dat gevoel van vermoeidheid opzij te schuiven door nog harder te werken." Hij zou uiteindelijk in de derde ronde van de Australiër Bernard Tomic verliezen.
Dood
Een aantal weken later voelt Söderling zich "dood". Het toernooi in Båstad staat voor de deur, maar terugtrekken ligt voor de hand. Plots kent zijn lichaam een opleving. Hij wint de titel en krijgt in vier partijen slechts veertien games tegen. "Ik speelde heel goed, maar ik voelde dat er iets mis was. Vervolgens werd ik voor het eerst heel ziek."
Soms staat de Scandinaviër even weer met een tennisracket in zijn hand, maar is de lichamelijk terugslag net zo hard. Hij liet zich zonder succes in eigen land onderzoeken en ook specialisten in het Californische San Francisco zetten louter vraagtekens.
Ondanks de ups en downs blijft Söderling - die een sportpsycholoog over zijn fysieke malaise in de arm nam - hoopvol over zijn rentree. "Ik wil niet dat mijn carrière nu voorbij is. Ik heb het gevoel dat ik nog vijf jaar voor de boeg heb", aldus de winnaar van het ABN Amro-toernooi in 2011.
"Maar voor veel dingen ben ik dankbaar, dit had me ook kunnen overkomen toen ik 18 of 20 jaar was. Nu gebeurde het op mijn 27ste", beseft de Zweedse hardhitter.
"Goede carrière gehad"
"Ik heb tot nu toe een goede carrière gehad", relativeert Söderling. "Ik geef het natuurlijk nog een kans, maar ik leg me neer bij het idee dat het misschien niet meer mogelijk is. Wat er ook gebeurt, ik heb het gevoel dat ik alles heb geprobeerd."
Gek wordt hij er soms van. Even het gevoel hebben dat je op de weg terug bent, waarna het lichaam toch weer protesteert. Niettemin houdt Robin Söderling hoop ooit weer tegenover Roger Federer of Rafael Nadal te staan.
Het moment kon niet slechter. Als nummer vijf van de wereld met twintig ATP-finales (tien titels) op zak was de Zweed klaar voor een aanval op de roemruchte topvier. De hemelbestorming bleef echter uit.
Söderling ondervindt nu al schrikbarend lang de gevolgen van de ziekte van Pfeiffer. Begin juli 2011 speelde hij zijn laatste tenniswedstrijd, nota bene een gewonnen finale in zijn thuisland. Sindsdien kan de tweevoudig Roland Garros-finalist niet anders dan rusten en bidden voor genezing.
Hopeloos
Het woord 'hopeloos' kan de 28-jarige Söderling niet vaak genoeg opsommen. "Soms voel ik me zo goed en begin ik weer met trainen", vertelt hij in gesprek met televisiezender ESPN. "Dan denk ik dat ik binnen een aantal maanden mijn rentree te maken en geloof ik daar heilig in. Vervolgens doe ik iets te veel en voel ik me de volgende morgen niet lekker."
Vorig jaar op Wimbledon merkte Söderling de impact van zijn ziekte. "Ik moest elke ochtend overgeven en had koorts. Maar ja, het is Wimbledon en je wil spelen. En je hele loopbaan probeer je al dat gevoel van vermoeidheid opzij te schuiven door nog harder te werken." Hij zou uiteindelijk in de derde ronde van de Australiër Bernard Tomic verliezen.
Dood
Een aantal weken later voelt Söderling zich "dood". Het toernooi in Båstad staat voor de deur, maar terugtrekken ligt voor de hand. Plots kent zijn lichaam een opleving. Hij wint de titel en krijgt in vier partijen slechts veertien games tegen. "Ik speelde heel goed, maar ik voelde dat er iets mis was. Vervolgens werd ik voor het eerst heel ziek."
Soms staat de Scandinaviër even weer met een tennisracket in zijn hand, maar is de lichamelijk terugslag net zo hard. Hij liet zich zonder succes in eigen land onderzoeken en ook specialisten in het Californische San Francisco zetten louter vraagtekens.
Ondanks de ups en downs blijft Söderling - die een sportpsycholoog over zijn fysieke malaise in de arm nam - hoopvol over zijn rentree. "Ik wil niet dat mijn carrière nu voorbij is. Ik heb het gevoel dat ik nog vijf jaar voor de boeg heb", aldus de winnaar van het ABN Amro-toernooi in 2011.
"Maar voor veel dingen ben ik dankbaar, dit had me ook kunnen overkomen toen ik 18 of 20 jaar was. Nu gebeurde het op mijn 27ste", beseft de Zweedse hardhitter.
"Goede carrière gehad"
"Ik heb tot nu toe een goede carrière gehad", relativeert Söderling. "Ik geef het natuurlijk nog een kans, maar ik leg me neer bij het idee dat het misschien niet meer mogelijk is. Wat er ook gebeurt, ik heb het gevoel dat ik alles heb geprobeerd."
Zelfs hier lukt het je nog niet om top 10 te eindigen...