26-06-2006, 11:45 PM
Mooie anekdote over Van der Gijp en Suurbier:
-------------------
Lijpe Gijp
door Sander de Kramer
AMSTERDAM - "Frans! Fransiiiiéééé!" Steeds weer als ik René van der Gijp in de reclame brullend aan het tuinhek van Franz Beckenbauer zie bungelen, moet ik denken aan de meest legendarische Oranjeanekdote van de eeuw.
Een doldwaas avontuur dat Van der Gijp en z'n maatje Wim Suurbier gek genoeg altijd buiten de publiciteit hebben weten te houden. Maar omdat Lijpe Gijp dit WK de personificatie is geworden van de Oranjekoorts, vind ik dat 't legioen nu wel eens recht heeft op de onthulling van het best bewaarde Oranjegeheim sinds het zwembadincident...
Het is zomer 1982. Van der Gijp en Suurbier gaan samen aan de boemel in het centrum van Rotterdam. René en Wim belanden in een kroeg, waar de sfeer beregezellig is en het bier apegoed. Als de twee vrienden uren later, zo dronken als een zwabber, de kroeg uit kruipen, kijken ze elkaar aan.
"Eh... waren we niet met de auto gekomen?"
"Mwoah..." lalt Van der Gijp, "ÃÂk kan nog wel rijden. Tenminste, als jÃÂj nog weet waar we die wagen ergens ook weer hebben neergegooid..."
Een paar minuten later slingert het duo vrolijk over de weg. Maar dan opeens breekt paniek uit in de wagen: een alcoholfuik! "Gribus, Gijp! Een blaasorkest!" schreeuwt Suurbier. "We zijn de banaan!"
Maar terwijl Suurbier van de zenuwen aan alle kanten begint te lekken, blijft Van der Gijp de rust zelve.
"Als jÃÂj nou 'ns heel even je gebit bij mekaar houdt Suur, dan brei ÃÂk in de tussentijd even een plan. Er staan nog acht wagens voor ons, dus we hebben nog wel een minuutje of twee."
Van der Gijp knijpt z'n ogen samen, krabbelt wat achter z'n oor en roept dan: "Ik heb 't! Ga jij 'ns achterin zitten, Suur. Gauw!"
"Achterin zitten? Hoezo achterin?"
"Doe 't nou gewoon, Suur! Op de achterbank. Hup!"
Met opgetrokken wenkbrauwen doet Suurbier wat z'n makker zegt en klautert de achterbank op. Hij denkt dat Van der Gijp gek geworden is, als-ie vervolgens het stuur loslaat, óók naar achteren klimt en naast hem neerploft.
"Wil je me alsjeblieft even uitleggen wat hier de bedoeling van is, Gijp? Nu zitten we met z'n tweeën op de achterbank..."
"Dat ga je zo merken! Maar denk erom: ÃÂk doe het woord, Suur. JÃÂj zegt niks!" Nog geen minuut later drukt een politieagent zijn neus tegen het beslagen zijraam. Tja, petmans kwam natuurlijk even verhaal halen bij het autootje dat, op twintig meter van de blaasplek, de complete alcoholfuik lamlegde.
"Heren, wat is hÃÂer aan de hand?!" vraagt oom agent, als hij tot zijn grote verbazing de twee internationals saampjes op de achterbank ontdekt.
"Nou, dat zal ik u vertellen, agent", zegt Van der Gijp. " Onze chauffeur had kennelijk gezopen, want toen hij jullie zag staan, nam-ie opeens de pleitvaart. Die mafkees is gewoon uitgestapt en daar zo de bosjes in gerend. Weg...!"
"Oei, da's ook wat", reageert de agent, terwijl hij het verlaten plantsoen in tuurt. "Maar dan kan één van júllie toch achter het stuur gaan zitten?"
"Maar agent, wij zitten niet voor niks achterin. WÃÂj hebben gedronken." Suurbier, die de hele tijd op z'n lip had zitten te bijten om niet in een lachstuip te schieten, zet vervolgens z'n ernstigste gezicht op en zegt: "Ja, agent, u kunt écht niet van ons vragen om die wagen hier even weg te rijden. Ik ga niet rijden met een glaasje op, hoor! Uit principe niet! Kom nou...!"
"Nee zeg, dát bedoel ik niet! Als u allebei gedronken heeft, dan mág u niet eens rijden!"
Geloof het of niet, maar aan 't eind van het liedje zijn de twee overtuigende Pinokkio's in hun eigen auto naar huis gebracht... door de politie. En naar verluidt zeggen de twee ex-voetballers 24 jaar na dato, zodra ze een politieauto zien rijden, nog altijd eerbiedig: "Zwaai even naar die taxichauffeurs!"
-------------------
Lijpe Gijp
door Sander de Kramer
AMSTERDAM - "Frans! Fransiiiiéééé!" Steeds weer als ik René van der Gijp in de reclame brullend aan het tuinhek van Franz Beckenbauer zie bungelen, moet ik denken aan de meest legendarische Oranjeanekdote van de eeuw.
Een doldwaas avontuur dat Van der Gijp en z'n maatje Wim Suurbier gek genoeg altijd buiten de publiciteit hebben weten te houden. Maar omdat Lijpe Gijp dit WK de personificatie is geworden van de Oranjekoorts, vind ik dat 't legioen nu wel eens recht heeft op de onthulling van het best bewaarde Oranjegeheim sinds het zwembadincident...
Het is zomer 1982. Van der Gijp en Suurbier gaan samen aan de boemel in het centrum van Rotterdam. René en Wim belanden in een kroeg, waar de sfeer beregezellig is en het bier apegoed. Als de twee vrienden uren later, zo dronken als een zwabber, de kroeg uit kruipen, kijken ze elkaar aan.
"Eh... waren we niet met de auto gekomen?"
"Mwoah..." lalt Van der Gijp, "ÃÂk kan nog wel rijden. Tenminste, als jÃÂj nog weet waar we die wagen ergens ook weer hebben neergegooid..."
Een paar minuten later slingert het duo vrolijk over de weg. Maar dan opeens breekt paniek uit in de wagen: een alcoholfuik! "Gribus, Gijp! Een blaasorkest!" schreeuwt Suurbier. "We zijn de banaan!"
Maar terwijl Suurbier van de zenuwen aan alle kanten begint te lekken, blijft Van der Gijp de rust zelve.
"Als jÃÂj nou 'ns heel even je gebit bij mekaar houdt Suur, dan brei ÃÂk in de tussentijd even een plan. Er staan nog acht wagens voor ons, dus we hebben nog wel een minuutje of twee."
Van der Gijp knijpt z'n ogen samen, krabbelt wat achter z'n oor en roept dan: "Ik heb 't! Ga jij 'ns achterin zitten, Suur. Gauw!"
"Achterin zitten? Hoezo achterin?"
"Doe 't nou gewoon, Suur! Op de achterbank. Hup!"
Met opgetrokken wenkbrauwen doet Suurbier wat z'n makker zegt en klautert de achterbank op. Hij denkt dat Van der Gijp gek geworden is, als-ie vervolgens het stuur loslaat, óók naar achteren klimt en naast hem neerploft.
"Wil je me alsjeblieft even uitleggen wat hier de bedoeling van is, Gijp? Nu zitten we met z'n tweeën op de achterbank..."
"Dat ga je zo merken! Maar denk erom: ÃÂk doe het woord, Suur. JÃÂj zegt niks!" Nog geen minuut later drukt een politieagent zijn neus tegen het beslagen zijraam. Tja, petmans kwam natuurlijk even verhaal halen bij het autootje dat, op twintig meter van de blaasplek, de complete alcoholfuik lamlegde.
"Heren, wat is hÃÂer aan de hand?!" vraagt oom agent, als hij tot zijn grote verbazing de twee internationals saampjes op de achterbank ontdekt.
"Nou, dat zal ik u vertellen, agent", zegt Van der Gijp. " Onze chauffeur had kennelijk gezopen, want toen hij jullie zag staan, nam-ie opeens de pleitvaart. Die mafkees is gewoon uitgestapt en daar zo de bosjes in gerend. Weg...!"
"Oei, da's ook wat", reageert de agent, terwijl hij het verlaten plantsoen in tuurt. "Maar dan kan één van júllie toch achter het stuur gaan zitten?"
"Maar agent, wij zitten niet voor niks achterin. WÃÂj hebben gedronken." Suurbier, die de hele tijd op z'n lip had zitten te bijten om niet in een lachstuip te schieten, zet vervolgens z'n ernstigste gezicht op en zegt: "Ja, agent, u kunt écht niet van ons vragen om die wagen hier even weg te rijden. Ik ga niet rijden met een glaasje op, hoor! Uit principe niet! Kom nou...!"
"Nee zeg, dát bedoel ik niet! Als u allebei gedronken heeft, dan mág u niet eens rijden!"
Geloof het of niet, maar aan 't eind van het liedje zijn de twee overtuigende Pinokkio's in hun eigen auto naar huis gebracht... door de politie. En naar verluidt zeggen de twee ex-voetballers 24 jaar na dato, zodra ze een politieauto zien rijden, nog altijd eerbiedig: "Zwaai even naar die taxichauffeurs!"
[b]"Niets is geheel waar, en zelfs dat niet".[/b]